40 jaar bij de zaak, dat kunnen niet veel mensen zeggen. Toch is voorman constructie Arno Doejaaren deze week 40 jaar werkzaam voor MCM. We gaan met hem in gesprek om te spreken over deze periode, maar ook over zijn betrokkenheid en de manier waarop hij de jeugd opleidt. 

Arno, wat leuk dat we zo om tafel kunnen. Kun jij jezelf eens voorstellen?
Mijn naam is Arno Doejaaren, ik ben 57 jaar oud en werk dus al 40 jaar voor ‘dezelfde baas’. Ik ben getrouwd en heb twee kinderen; een zoon en een dochter. Mijn dochter is kapster, en mijn zoon werkt in de constructie hier bij MCM. 

Arno Doejaaren

Naast mijn werk kan ik moeilijk stilzitten. Ik ga ’s avonds graag naar m’n schuur, waar ik een complete werkplaats heb ingericht. Daar bouw ik motoren om naar caféracers en restaureer ik oldtimers. Onlangs hielp ik nog iemand met een oude Mustang, waarvan de motorsteunen waren afgebroken. Ontzettend mooi om daarmee bezig te zijn. Daarnaast ben ik fanatiek met motorrijden. Voordat de kinderen er waren, was motorcross mijn grote passie waar ik op hoog niveau in meereed. Nu rijd ik met grote regelmaat met mijn Aprilia V4 naked bike over de weg, daar kan ik echt van genieten. 

Ik probeer ook zoveel mogelijk met de camper weg te gaan, samen met mijn vrouw. Dat is pure vrijheid. Helaas mag de motor dan niet mee van mijn vrouw, dat neem ik maar voor lief. 

Kun je ons kort meenemen in jouw 40-jarige carrière?
In 1984 begon ik als lasser bij Ploeg (nu MCM). Ik kwam daar toen als 17-jarige te werken en werd vooral meegenomen in het werk door de oudere garde. Al snel kwamen ze erachter dat ik al heel handig was, en kreeg ik de grotere klussen toebedeeld. Na twee jaar nam Foeke Wiersma mij mee de buitendienst in, van hem heb ik het vak echt geleerd. We plaatsten randafzuigingen bij papierfabrieken. Ik werd regelmatig door hem in het diepe gegooid. En in die tijd nam je ook niet even snel contact op met kantoor, want een mobiele telefoon bestond nog niet. Daarnaast was je ook te trots om hulp te vragen, dus moest je zelf de oplossing vinden. Daar word je wel creatief van!
Op een gegeven moment kwam ik een TIG-lasapparaat tegen bij een klant, dat was iets nieuws en kenden we bij Ploeg (MCM) niet. Ik was zo overtuigd van dit systeem, dat ik ‘m introduceerde in onze eigen werkplaats. Nu kunnen we niet meer zonder. Een mooie ontwikkeling. 

 Al snel ontwikkelde ik mij verder. Zo begon ik met RVS-lassen, toen werd ik voorman van de constructieafdeling en daarnaast stagebegeleider. Elke keer kwam er een nieuwe uitdaging bij, dan is 40 jaar voor dezelfde baas niet moeilijk; de tijd vliegt! 

En hoe ziet jouw functie er nu uit?
Ik ben nu voorman van de hele constructieafdeling, dus van RVS, aluminium en staal. Dat betekent dat ik veel stuur, meedenk en het werk verdeel. Zelf las ik niet veel meer, af en toe spring ik eens bij. Op een bepaalde leeftijd moet je een keuze maken wanneer je wat nog doet, en dit bevalt me goed. Als ik nog wat wil lassen, doe ik dat op mijn eigen tempo in m’n schuur. 

Een groot deel van je werk is het opleiden van jonge lassers, dat doe je met veel passie. Vertel;
Ik vind het prachtig om de volgende generatie iets te leren. Daar heb ik mijn eigen methode voor ontwikkeld waar sommigen soms wel vreemd van opkijken: ik laat de stagiairs direct aan échte projecten werken. Ik gooi ze letterlijk in het diepe. Start maar gewoon met je werk, dan gaan we van daaruit wel kijken wat je wél of níet kan. Dat is de startpositie om iets te leren. Het heeft geen zin om alle stappen te doorlopen, als de stagiair de helft al weet. Dan focus ik mij liever op hetgeen waar nog veel te leren valt. 

Deze methode wordt zeer op prijs gesteld bij de leerlingen, dat lees je bijvoorbeeld in het artikel van Cobus Stuut. 

Na de opstartfase treed ik meer naar de achtergrond en laat ik ze vooral samenwerken met directe collega’s. Als ze ergens niet uitkomen, kunnen ze dat veel beter aan iemand vragen die daar dagelijks mee bezig is. Met een beetje geluk leren ze er allebei van. Maar het grootste voordeel is dat ze zich dan binden met hun collega’s, dat is heel belangrijk. Uiteraard kijk ik op een afstandje mee, maar de meeste uitdagingen worden zelf opgelost, dat is top. 

Mijn zoon Jarno werkt onder mijn hoede op de constructieafdeling RVS. Ik vond het wel spannend of mensen hem zouden stangen dat hij thuis kon ‘slijmen bij de voorman’. Gelukkig viel dat allemaal reuze mee. Ze weten dat ik niet zo ben, en Jarno ook niet. Thuis spreken we trouwens sowieso niet over werk, dat houd ik liever hier. 

Mensen omschrijven jou als betrokken, eerlijk, direct en kritisch, klopt dat?
Sommige mensen binnen MCM vinden dat ik vaak kritisch ben, en dat klopt ook. Ik laat het ook graag horen als ik het ergens niet mee eens ben. Dat komt omdat ik oprecht betrokken ben bij MCM. Als er keuzes worden gemaakt waar MCM in mijn ogen niet beter van wordt, dan laat ik van mij horen. 

Ik heb een heel warme band met dit bedrijf dat al 40 jaar een groot deel van mijn leven is. Dat is ook de reden dat ik in de personeelsvereniging zit. We organiseren leuke uitjes en feestjes voor het personeel. De sfeer op de werkvloer vind ik heel belangrijk. 

Omdat ik zo betrokken ben bij MCM, zeg ik wel eens gekscherend; als de boel hier in de brand vliegt, pak ik mijn fiets en ben ik weg. Niet uit desinteresse, maar omdat ik het gewoon niet wil zien branden. Dat doet pijn. 

Om af te sluiten, waar ben je het meest trots op binnen MCM?
Ik had een doel voor ogen, en dat is gelukt. Dan doel ik op de ontwikkeling van Cobus, Thijs en Jarno. Toen ze bij MCM kwamen, leerden ze niet genoeg in mijn ogen. Toen ze onder mijn hoede kwamen en gingen leren via mijn methode, groeiden ze enorm. Daar ben ik heel erg trots op!